Tavoesj
Tavoesj (Armeens: Տավուշ) is een van de provincies van Armenië en ligt in het noordoosten van het land, waar het grenst aan Georgië in het noorden en Azerbeidzjan in het oosten. De hoofdstad van de provincie is Ijevan. In de provincie liggen de twee exclaves Barxudarlı en Yuxarı Əskipara van Azerbeidzjan, welke onder controle staan van Armenië sinds de oorlog van Nagorno-Karabach.
De regio staat bekend om zijn bergen. Het grootste deel van zijn grondgebied ligt 800 – 1000 m boven zeeniveau. Het reliëf van het grondgebied bestaat uit rotsachtige hellingen bedekt met het felgroene tapijt van alpenweiden; Tavoesj wordt ook wel het klein Armeens Zwitserland genoemd.
Tavoesj is ook beroemd om de overvloed aan rivieren en andere waterbronnen. De grootste rivier van de regio is de Agstev gevoed door – de Getik, de Voskepar en de Sarnadzhur. De Akhum, de Tavoesj en de Khndzorot ontstaan in het Miaporgebergte en stromen door de prachtige valleien. In Tavoesj zijn er een aantal bergbronnen, mineraalwaterbronnen en kleine meren; de meest bekende is het Parzameer met buitengewone schoonheid. Het zuivere waterrijke meer met dichte bossen ligt in de buurt van de stad Dilidjzan.
En, ten slotte, het bos – nog een schat van Tavoesj. In feite is de helft van het grondgebied bedekt met mooie, ongerepte bossen die hoog op berghellingen groeien die worden bewoond door verschillende diersoorten. De bossen van Tavoesj zijn vooral aantrekkelijk in de herfst wanneer de bomen zijn bekleed met veelkleurige bedekking.
De overgebleven middeleeuwse nederzettingen, fortresse en kloosters bevestigen de oude geschiedenis van Tavoesj en bewijzen dat het gebied in de vroege Middeleeuwen uitgebreid bevolkt was. De belangrijkste bezienswaardigheden van Tavoesj zijn kloostercomplexen Goshavank (12de – 13de eeuw), Agartsin (11de – 13de eeuw), Makaravank (11de – 13de eeuw), Voskepar (6de – 7de cntuies) , Mshavank (12de eeuw), Noch Varagavank (12de – 13de eeuw), Khoranagat (13de eeuw) en anderen. De meeste kloosters zijn verstopt in dichte bossen of op zulke hoogten dat ze soms worden verdoezeld door de wolken of nevel die van de bergen afdalen.